Jaar 2 - Module 1 - Les 7: Meerdere vragen in je quiz
Meerdere vragen in de quiz zetten
Meerdere vragen in de quiz zetten
Op een nette manier...
Meerdere vragen in de quiz zetten
Op een nette manier...
Dus niet met copy-paste!
Met PyGame kunnen we een user interface maken.
Met PyGame kunnen we een user interface maken.
In een user interface ziet de gebruiker wat hij moet doen, en hoe hij dat moet doen.
Met PyGame kunnen we een user interface maken.
In een user interface ziet de gebruiker wat hij moet doen, en hoe hij dat moet doen.
Soms gebruik je in je programma meerdere keren dezelfde soort code.
Met PyGame kunnen we een user interface maken.
In een user interface ziet de gebruiker wat hij moet doen, en hoe hij dat moet doen.
Soms gebruik je in je programma meerdere keren dezelfde soort code. Dan is het verleidelijk om te knippen en plakken, maar... er is een betere manier.
Met PyGame kunnen we een user interface maken.
In een user interface ziet de gebruiker wat hij moet doen, en hoe hij dat moet doen.
Soms gebruik je in je programma meerdere keren dezelfde soort code. Dan is het verleidelijk om te knippen en plakken, maar... er is een betere manier.
Dat gaan we vandaag oefenen!
Soms heb je (bijna) dezelfde code op meerdere plekken nodig.
Soms heb je (bijna) dezelfde code op meerdere plekken nodig. Bijv als je nog een vraag in je quiz erbij wil.
Soms heb je (bijna) dezelfde code op meerdere plekken nodig. Bijv als je nog een vraag in je quiz erbij wil.
Je kan dan de code kopiëren en plakken. Dat noemen we in het Engels copy-paste.
Soms heb je (bijna) dezelfde code op meerdere plekken nodig. Bijv als je nog een vraag in je quiz erbij wil.
Je kan dan de code kopiëren en plakken. Dat noemen we in het Engels copy-paste.
Dat werkt wel, maar je code wordt dan heel erg lang.
Code zo knippen en plakken heeft meerdere nadelen.
Code zo knippen en plakken heeft meerdere nadelen.
Stel je eens voor dat je een quiz hebt met 10 vragen!
Code zo knippen en plakken heeft meerdere nadelen.
Stel je eens voor dat je een quiz hebt met 10 vragen!
Wat zijn de nadelen denk jij?
Code zo knippen en plakken heeft meerdere nadelen.
Stel je eens voor dat je een quiz hebt met 10 vragen!
Code zo knippen en plakken heeft meerdere nadelen.
Stel je eens voor dat je een quiz hebt met 10 vragen!
Het is veel beter om een functie te gebruiken. Met een functie kun je een stukje code meerdere keren gebruiken.
Met een def kun code maken die je kan herbruiken.
def zeg_hallo():
print("Hallo allemaal")
Met een def kun code maken die je kan herbruiken.
def zeg_hallo():
print("Hallo allemaal")
Deze dingen zijn belangrijk:
Je begint met def en dan een naam
Je mag de naam zelf kiezen, als bij een variabele
Achter de naam komen twee ronde haakjes
Achter de regel met de def hoort een dubbele punt :
Regels onder de def beginnen met 2 spaties
Met een def kun code maken die je kan herbruiken.
def zeg_hallo():
print("Hallo allemaal")
def zeg_hallo():
print("Hallo allemaal")
Met een def kun code maken die je kan herbruiken.
Deze code werkt wel, maar doet nog niets. Het slaat alleen de functie op.
Met een def kun code maken die je kan herbruiken.
Deze code werkt wel, maar doet nog niets. Het slaat alleen de functie op.
Je moet de functie ook nog aanroepen.
def zeg_hallo():
print("Hallo allemaal")
zeg_hallo()
zeg_hallo()
zeg_hallo()
Met een def kun code maken die je kan herbruiken.
Deze code werkt wel, maar doet nog niets. Het slaat alleen de functie op.
Je moet de functie ook nog aanroepen.
def zeg_hallo():
print("Hallo allemaal")
zeg_hallo()
zeg_hallo()
zeg_hallo()
Dit is belangrijk bij aanroepen:
Schrijf de naam van de functie met twee rondje haakjes erachter ()
Wat gebeurt hier nu precies?
def zeg_hallo():
print("Hallo allemaal")
zeg_hallo()
zeg_hallo()
zeg_hallo()
Wat gebeurt hier nu precies?
We kijken eerste nog even naar wat er gebeurt als je een variabele instelt.
naam = "Jan"
print(naam)
Hier stellen we naam in
Wat gebeurt hier nu precies?
We kijken eerste nog even naar wat er gebeurt als je een variabele instelt.
naam = "Jan"
print(naam)
Hier stellen we naam in
Python onthoudt dat er iets is dat naam heet.
Wat gebeurt hier nu precies?
We kijken eerste nog even naar wat er gebeurt als je een variabele instelt.
naam = "Jan"
print(naam)
Hier stellen we naam in
Python onthoudt dat er iets is dat naam heet.
Verder gebeurt er in deze regel niks.
Wat gebeurt hier nu precies?
We kijken eerste nog even naar wat er gebeurt als je een variabele instelt.
naam = "Jan"
print(naam)
Hier gebruiken we naam
Wat gebeurt hier nu precies?
We kijken eerste nog even naar wat er gebeurt als je een variabele instelt.
naam = "Jan"
print(naam)
Python zoekt omhoog in de code waar naam wordt ingesteld, en print dat uit.
Wat gebeurt hier nu precies?
Bij een functie gaat het eigenlijk hetzelfde.
Eerst komt deze code. Python onthoudt dat er een functie is die zeg_hallo() heet.
def zeg_hallo():
print("Hallo allemaal")
zeg_hallo()
print("Ook hallo!")
zeg_hallo()
Wat gebeurt hier nu precies?
Bij een functie gaat het eigenlijk hetzelfde.
Python zoekt omhoog in de code waar zeg_hello wordt ingesteld, en voert de code uit die daarin staat
def zeg_hallo():
print("Hallo allemaal")
zeg_hallo()
print("Ook hallo!")
zeg_hallo()
Wat gebeurt hier nu precies?
Bij een functie gaat het eigenlijk hetzelfde.
Eerst komt deze code. Python onthoudt dat er een functie is die zeg_hallo() heet.
Verder gebeurt er nu nog niks.
def zeg_hallo():
print("Hallo allemaal")
zeg_hallo()
print("Ook hallo!")
zeg_hallo()
Wat gebeurt hier nu precies?
Bij een functie gaat het eigenlijk hetzelfde.
Python zoekt omhoog in de code waar zeg_hello() wordt ingesteld, en voert de code uit die daarin staat
def zeg_hallo():
print("Hallo allemaal")
zeg_hallo()
print("Ook hallo!")
zeg_hallo()
Wat gebeurt hier nu precies?
Bij een functie gaat het eigenlijk hetzelfde.
Python zoekt omhoog in de code waar zeg_hello() wordt ingesteld, en voert de code uit die daarin staat
def zeg_hallo():
print("Hallo allemaal")
zeg_hallo()
print("Ook hallo!")
zeg_hallo()
Wat gebeurt hier nu precies?
Bij een functie gaat het eigenlijk hetzelfde.
Nu komt deze regel
def zeg_hallo():
print("Hallo allemaal")
zeg_hallo()
print("Ook hallo!")
zeg_hallo()
Wat gebeurt hier nu precies?
Bij een functie gaat het eigenlijk hetzelfde.
Is zeg_hello klaar? Dan gaat Python naar de volgende regel.
def zeg_hallo():
print("Hallo allemaal")
zeg_hallo()
print("Ook hallo!")
zeg_hallo()
Wat gebeurt hier nu precies?
Bij een functie gaat het eigenlijk hetzelfde.
Is zeg_hello klaar? Dan gaat Python naar de volgende regel.
def zeg_hallo():
print("Hallo allemaal")
zeg_hallo()
print("Ook hallo!")
zeg_hallo()
Wat gebeurt hier nu precies?
Bij een functie gaat het eigenlijk hetzelfde.
Is die regel klaar? Dan gaat Python weer zoeken naar zeg_hallo.
def zeg_hallo():
print("Hallo allemaal")
zeg_hallo()
print("Ook hallo!")
zeg_hallo()
Wat gebeurt hier nu precies?
Bij een functie gaat het eigenlijk hetzelfde.
Is die regel klaar? Dan gaat Python weer zoeken naar zeg_hallo.
def zeg_hallo():
print("Hallo allemaal")
zeg_hallo()
print("Ook hallo!")
zeg_hallo()
Wat gebeurt hier nu precies?
Bij een functie gaat het eigenlijk hetzelfde.
Deze regel wordt nu nog een keer uitgevoerd.
def zeg_hallo():
print("Hallo allemaal")
zeg_hallo()
print("Ook hallo!")
zeg_hallo()
Wat gebeurt hier nu precies?
Bij een functie gaat het eigenlijk hetzelfde.
Nu is deze regel ook klaar.
def zeg_hallo():
print("Hallo allemaal")
zeg_hallo()
print("Ook hallo!")
zeg_hallo()
Wat gebeurt hier nu precies?
Bij een functie gaat het eigenlijk hetzelfde.
Dus het programma is klaar.
def zeg_hallo():
print("Hallo allemaal")
zeg_hallo()
print("Ook hallo!")
zeg_hallo()
Een functie mag ook meerdere regels hebben. Die worden dan een voor een uitgevoerd.
def zeg_hallo_allemaal():
print("Hallo Ian")
print("Hallo Ayse")
print("Hallo Humeyra")
zeg_hallo_allemaal()
zeg_hallo_allemaal()
Dit is belangrijk bij functies:
Alle regels in de functie moeten beginnen met twee spaties
Soms heb je al code als je een functie wilt maken.
Zoals in je quiz!
print('Vader Jacob, vader Jacob')
print('Slaapt gij nog? Slaapt gij nog')
print('Alle klokken luiden, alle klokken luiden')
print('Bim bam bom, bim bam bom')
print('---')
print('Vader Jacob, vader Jacob')
print('Slaapt gij nog? Slaapt gij nog')
print('Alle klokken luiden, alle klokken luiden')
print('Bim bam bom, bim bam bom')
Soms heb je al code als je een functie wilt maken.
Zoals in je quiz!
Je ziet dat ook in de code hiernaast. We printen twee keer hetzelfde refrein van 'Vader Jacob'.
print('Vader Jacob, vader Jacob')
print('Slaapt gij nog? Slaapt gij nog')
print('Alle klokken luiden, alle klokken luiden')
print('Bim bam bom, bim bam bom')
print('---')
print('Vader Jacob, vader Jacob')
print('Slaapt gij nog? Slaapt gij nog')
print('Alle klokken luiden, alle klokken luiden')
print('Bim bam bom, bim bam bom')
Twee keer printen is niet zo handig want:
Soms heb je al code als je een functie wilt maken.
Zoals in je quiz!
Je ziet dat ook in de code hiernaast. We printen twee keer hetzelfde refrein van 'Vader Jacob'.
print('Vader Jacob, vader Jacob')
print('Slaapt gij nog? Slaapt gij nog')
print('Alle klokken luiden, alle klokken luiden')
print('Bim bam bom, bim bam bom')
print('---')
print('Vader Jacob, vader Jacob')
print('Slaapt gij nog? Slaapt gij nog')
print('Alle klokken luiden, alle klokken luiden')
print('Bim bam bom, bim bam bom')
Twee keer printen is niet zo handig want:
Soms heb je al code als je een functie wilt maken.
Zoals in je quiz!
Je ziet dat ook in de code hiernaast. We printen twee keer hetzelfde refrein van 'Vader Jacob'.
print('Vader Jacob, vader Jacob')
print('Slaapt gij nog? Slaapt gij nog')
print('Alle klokken luiden, alle klokken luiden')
print('Bim bam bom, bim bam bom')
print('---')
print('Vader Jacob, vader Jacob')
print('Slaapt gij nog? Slaapt gij nog')
print('Alle klokken luiden, alle klokken luiden')
print('Bim bam bom, bim bam bom')
Zet deze stappen om een functie te gaan gebruiken in code.
print('Vader Jacob, vader Jacob')
print('Slaapt gij nog? Slaapt gij nog')
print('Alle klokken luiden, alle klokken luiden')
print('Bim bam bom, bim bam bom')
print('---')
print('Vader Jacob, vader Jacob')
print('Slaapt gij nog? Slaapt gij nog')
print('Alle klokken luiden, alle klokken luiden')
print('Bim bam bom, bim bam bom')
print('Vader Jacob, vader Jacob')
print('Slaapt gij nog? Slaapt gij nog')
print('Alle klokken luiden, alle klokken luiden')
print('Bim bam bom, bim bam bom')
print('---')
print('Vader Jacob, vader Jacob')
print('Slaapt gij nog? Slaapt gij nog')
print('Alle klokken luiden, alle klokken luiden')
print('Bim bam bom, bim bam bom')
Zet deze stappen om een functie te gaan gebruiken in code.
print('Vader Jacob, vader Jacob')
print('Slaapt gij nog? Slaapt gij nog')
print('Alle klokken luiden, alle klokken luiden')
print('Bim bam bom, bim bam bom')
print('---')
print('Vader Jacob, vader Jacob')
print('Slaapt gij nog? Slaapt gij nog')
print('Alle klokken luiden, alle klokken luiden')
print('Bim bam bom, bim bam bom')
Zet deze stappen om een functie te gaan gebruiken in code.
print('Vader Jacob, vader Jacob')
print('Slaapt gij nog? Slaapt gij nog')
print('Alle klokken luiden, alle klokken luiden')
print('Bim bam bom, bim bam bom')
print('---')
print('Vader Jacob, vader Jacob')
print('Slaapt gij nog? Slaapt gij nog')
print('Alle klokken luiden, alle klokken luiden')
print('Bim bam bom, bim bam bom')
Zet deze stappen om een functie te gaan gebruiken in code.
print('Vader Jacob, vader Jacob')
print('Slaapt gij nog? Slaapt gij nog')
print('Alle klokken luiden, alle klokken luiden')
print('Bim bam bom, bim bam bom')
print('---')
print('Vader Jacob, vader Jacob')
print('Slaapt gij nog? Slaapt gij nog')
print('Alle klokken luiden, alle klokken luiden')
print('Bim bam bom, bim bam bom')
Zet deze stappen om een functie te gaan gebruiken in code.
def vader_jacob():
print('Vader Jacob, vader Jacob')
print('Slaapt gij nog? Slaapt gij nog')
print('Alle klokken luiden, alle klokken luiden')
print('Bim bam bom, bim bam bom')
vader_jacob()
print('---')
vader_jacob()
Zet deze stappen om een functie te gaan gebruiken in code.
Zet deze stappen om een functie te gaan gebruiken in code.
def vader_jacob():
print('Vader Jacob, vader Jacob')
print('Slaapt gij nog? Slaapt gij nog')
print('Alle klokken luiden, alle klokken luiden')
print('Bim bam bom, bim bam bom')
vader_jacob()
print('---')
vader_jacob()
Zet deze stappen om een functie te gaan gebruiken in code.
Dit wordt dus het totaal:
def vader_jacob():
print('Vader Jacob, vader Jacob')
print('Slaapt gij nog? Slaapt gij nog')
print('Alle klokken luiden, alle klokken luiden')
print('Bim bam bom, bim bam bom')
vader_jacob()
print('---')
vader_jacob()