invoer te gebruiken in je programma met input()
if-else te gebruiken samen met een variabele
Goed of fout?
Pak je wisbordje!
namen = ['Tessa', 'Betul', 'Robin']
print('Mijn', 'vriendin', 'heet', namen[2])
talen = ['Python', 'JavaScript', 'HTML']
print('De', 'beste', 'taal', 'is', taal[1])
straten = ['Witte Hertstraat', 'Takstraat', 'Coolsingel']
print('Ik', 'woon', 'in', 'de', 'straten[2]')
kleuren = ['roze', 'paars', 'magenta']
print('Ik', 'hou', 'van', kleuren[1])
naam = 'Jansen'
#print('Hallo', 'meneer', naam)
kleuren = ['blauw', 'geel', 'groen']
print(kleuren[])
hobbies = ['dansen', 'voetballen', 'zingen']
print('Ik', 'zit', 'op', hobbies[0])
namen = ['Jan', 'Robin', 'Samir']
print('Mijn', 'beste', 'vriend', 'is', namen['1'])
games = ['FortNite', 'Flappy Bird', 'slither.io']
print('ik', 'speel', 'graag', games[3])
games = ['FortNite', 'Flappy Bird', 'slither.io']
print('ik', 'speel', 'graag', games(2))
familie = ['baby', 'mommy', 'daddy']
print(familie[0], 'shark', 'tudududududu')
print(familie[1], 'shark', 'tudududududu')
print(familie[2], 'shark', 'tudududududu')
Met een if-else kun je sommige regels uitvoeren maar andere regels niet.
if input('Hond of kat?') == 'hond':
print('Waf waf')
else:
print('Miauw miauw')
Weet je dit nog?
bij de if gebruik je twee keer de is ==
achter de regel met de if hoort een dubbele punt :
achter de regel met else hoort een dubbele punt :
regels onder de if beginnen met 2 spaties
regels onder de else beginnen met 2 spaties
de code gaat nog steeds van boven naar beneden, maar… maar één van de twee takken wordt uitgevoerd
Weet je de if-else nog?
if input('Hond of kat?') == 'hond':
print('Waf waf')
else:
print('Miauw miauw')
Let op deze dingen:
vergeet de dubbele = niet
achter de regel met de if en else hoort een dubbele punt :
regels onder de if en else beginnen met 2 spaties
de code gaat nog steeds van boven naar beneden, maar… maar één van de twee takken wordt uitgevoerd
en... deze code kijkt alleen naar 'hond'. Bij alle andere invoeren, krijg je kat!
if input('melk of suiker') == 'melk':
print('gieten')
else:
print('schudden')
>melk of suiker?suiker
Wat wordt er geprint?
Hier staat code, en wat de gebruiker invoert:
if input('repiel of zoogdier') == 'reptiel':
print('legt', 'een', 'ei')
else:
print('geeft', 'melk')
>repiel, of, zoogdier?reptiel
Wat wordt er geprint?
Hier staat code, en wat de gebruiker invoert:
if input('repiel of zoogdier') == 'reptiel':
print('legt', 'een', 'ei')
else:
print('geeft', 'melk')
>repiel, of, zoogdier?zooptiel
Wat wordt er geprint?
Hier staat code, en wat de gebruiker invoert:
if input('Nederlands of Engels') == 'Engels':
print('Hallo', 'goedemorgen!')
else:
print('Hello', 'good morning!')
>Nederlands of Engels?engels
Wat wordt er geprint?
Hier staat code, en wat de gebruiker invoert:
In een if-else kun je ook andere dingen doen dan printen.
Bijv een variabele definiëren om te gebruiken in de rest van je programma.
if input('hond of kat?') == 'hond':
dier = 'hond'
else:
dier ='kat'
print(dier)
In een if-else kun je ook andere dingen doen dan printen.
Bijv een variabele definiëren om te gebruiken in de rest van je programma.
Tip: Als je het moeilijk vindt, zet dan een pijltje bij de code die uitgevoerd wordt, en lees alleen die regels.
if input('hond of kat?') == 'hond':
dier = 'hond'
else:
dier ='kat'
print(dier)
In een if-else kun je ook andere dingen doen dan printen.
Bijv een variabele definiëren om te gebruiken in de rest van je programma.
Tip: Als je het moeilijk vindt, zet dan een pijltje bij de code die uitgevoerd wordt, en lees alleen die regels.
if input('hond of kat?') == 'hond':
dier = 'hond'
else:
dier ='kat'
print(dier)
if input('hond of kat?') == 'hond':
dier = 'hond' <-----
else:
dier ='kat'
print(dier)
In een if-else kun je ook andere dingen doen dan printen.
Bijv een variabele definiëren om te gebruiken in de rest van je programma.
Tip: Als je het moeilijk vindt, zet dan een pijltje bij de code die uitgevoerd wordt, en lees alleen die regels.
if input('hond of kat?') == 'hond':
dier = 'hond'
else:
dier ='kat'
print(dier)
if input('hond of kat?') == 'hond':
dier = 'hond' <-----
else:
dier ='kat'
print(dier)
dier = 'hond' <-----
print(dier)
if input('hond of kat') == 'hond':
dier = 'honden'
else:
dier ='katten'
print('Ik', 'hou', 'van', dier)
>hond of kat?hond
Wat wordt er geprint?
Hier staat code, en wat de gebruiker invoert:
if input('hond of kat') == 'hond':
dier = 'honden'
else:
dier ='katten'
print('Ik', 'hou', 'van', dier)
>hond of kat?pinguin
Wat wordt er geprint?
Hier staat code, en wat de gebruiker invoert:
if input('reptielen of zoogdieren') == 'reptielen':
dieren = ['hagedis', 'schildpad', 'kameleon']
else:
dieren = ['kat', 'hond', 'koe']
print('Dit', 'verhaal', 'gaat', 'over', dieren[1])
>reptielen of zoogdieren?zoogdieren
Wat wordt er geprint?
Hier staat code, en wat de gebruiker invoert:
if input('reptielen of zoogdieren') == 'reptielen':
dieren = ['hagedis', 'schildpad', 'kameleon']
else:
dieren = ['kat', 'hond', 'koe']
print('Dit', 'verhaal', 'gaat', 'over', dieren[1])
>reptielen of zoogdieren?reptielen
Wat wordt er geprint?
Hier staat code, en wat de gebruiker invoert:
invoer te gebruiken in je programma met input()
een ander verloop aan een programma te geven op basis van invoer met een if-else commando