Mauro en Matisse willen op avontuur

Mauro en Matisse willen op avontuur. Maar naar waar?  Mama wil kamperen in de tuin en papa wil met de auto naar Zwitserland. De broertjes denken goed na.
 

Matisse deelt zijn idee eerst:

"Ik wil naar _______". 

 

Mauro heeft een ander idee. Hij wil naar _______ .

Maar dat is geen reden om ruzie te maken. Papa heeft een idee: we spelen een spelletje om onze bestemming te kennen.

 

Hij neemt een kaart en een steentje

"Leg jij de kaart op de grond", vraagt hij aan  _______.

Het steentje geeft hij aan ____ .

“Gooi maar voorzichtig op de kaart!

Het steentje landt op ___.

 

 

‘Daar gaan we naartoe,’ roept papa enthousiast.

Ook de broertjes zijn enthousiast.

Ze willen het nieuws ook graag met familie en vriendjes delen.

 

Mama belt alvast naar _______,

maar Matisse wil het ook vertellen aan _______.

Eerst vertelt papa nog een beetje over de bestemming.

"Daar spreken ze ____", weet hij, "en ze eten er graag _____."

Mama weet ook wat te vertellen over de plaatsen die ze er kunnen bezoeken.

We gaan ____ en ____ !

Zoals elke avonturier hebben de broertjes een goede rugzak nodig met
de belangrijke dingen om op reis te overleven.

 

Ze kiezen elk 4 spullen om mee te nemen - zo wordt de rugzak niet te zwaar.

In Mauro zijn rugzakje zit:

 

1: _______

 

2: _______

 

3: _______

 

4: _______

In de rugzak van Matisse zit:

 

1: _______

 

2: _______

 

3: _______

 

4: _______

Wij zijn klaar, roepen ze wanneer ze met hun rugzak de trap afkomen.

 

Ook mama en papa hebben een rugzak ingepakt. De valiezen blijven thuis, want op avontuur moet je vaak goed kunnen wandelen. Met een valies op wieltjes is dat niet gemakkelijk!

Hoe gaan we naar _______?

 

Met de _______, beslist Mauro.

 

“Is dat niet te ver?”, vraagt Matisse.

Papa denkt dat het wel zal gaan.

Om wakker te blijven spreken ze af dat ze _______.

Hup, we zijn vertrokken!

 

Bomen, huizen en auto’s flitsen voorbij wanneer de broertjes vaart maken.

En plots zien ze onderweg iemand die ze kennen.

Het is ______ .

"Hallo”, zwaaien de broertjes.

Ze vertellen enthousiast wat ze gaan doen.“Zo leuk”, is het antwoord.

“Welke dieren leven daar?”

 

De jongens zijn niet zeker van het antwoord, maar doen toch een gokje.

“Volgens ons leven er daar _______

en _______”

Hop, terug onderweg! Nog enkele kilometers voor ze er geraken.

 

Plots komen ze aan de haven. Hier moeten ze een groot schip nemen.

 

Sommige reizigers zien er een beetje bang uit, maar Mauro en Matisse niet.

"Iedereen aan boord", roept de Kapitein.

Hij lijkt een beetje op een piraat, maar zijn stem is lief.

Naar de kapitein moet je altijd luisteren, weten de jongens goed.

En voor de boot vertrekt, waarschuwt de kapitein.

“De reis kan soms heel gevaarlijk zijn, dus jullie moeten me helpen en mee op uitkijk staan.’

Als eerste staan mama en Mauro op het dek van het schip.

 

Ze kijken uit voor grote golven, zeemeerminnen, haaien en ijsbergen.

 

Mauro is een beetje bang voor _______, maar mama stelt hem gerust.

Papa en Matisse helpen ondertussen

de kok in de keuken.

 

Die moet eten maken voor alle mensen op het schip.

 

Dat is veel werk!

Wat zouden we maken voor het avondeten, zucht de kok.

 

Hij vindt het soms maar saai om elke dag te koken.

 

Al een geluk heeft Matisse een idee.

“We maken _______”

Samen beginnen ze aan de voorbereidingen.

 

In de ijskast gaan ze op zoek naar alle ingrediënten.

 

Papa lijst op wat ze nodig hebben: ______, _____ en ______.

Terwijl papa en Matisse het eten klaar maken, kijken mama en Mauro op het dek door hun verrekijker.

"Zie jij iets verdacht," vraagt mama.

 

Maar Mauro ziet alleen maar mooie dingen in het water.

“Daar is een _________,” roept hij enthousiast

Samen kijken ze naar de golven, tot ze plots schrikken van een grote staart die boven het water uitkomt.

 

Een walvis! Mauro en mama herkennen de staart direct. Snel roepen ze de kapitein.

“Zijn walvissen gevaarlijk,” vragen ze bezorgd aan de kapitein.

“Nee hoor,” stelt de kapitein hen gerust.

“Soms komen ze dicht bij de boten om kunstjes te doen”.

Deze walvis doet helemaal geen kunstjes. Hij ziet er zelfs een beetje triest uit.

Samen denken ze na waarom zo’n groot en mooi dier nu verdrietig zou zijn.

Misschien heeft hij honger, zegt Mauro.

Hij loopt naar zijn broertje in de keuken.

“Wat maken jullie?” Vraagt hij daar, bijna buiten adem.

Matisse legt snel uit welk gerecht hij samen met papa en de kok voorbereidt.

“Wij maken _______”

 

“Denk je dat walvissen dat graag zouden eten,” vraagt Mauro.

Papa en Matisse trekken grote ogen.

Wat zegt Mauro nu?

 

“Kom maar mee,” antwoordt Mauro. “En neem het eten mee!”

Op het dek proberen ze de walvis te voeren.

Mauro en Matisse werken goed samen en gooien het eten in het water.

De walvis reageert niet, en het eten zakt heel langzaam naar de bodem.

“Natuurlijk,” zegt mama. Zij herinnert zich plots wat walvissen wel graag eten.

“Zij eten plankton: hele kleine visjes en plantjes die in de zee leven. Ze doen tijdens het zwemmen gewoon hun mond open en vangen het plankton zo op.”

Ook de kapitein herpakt zich. “Dat is waar,” zegt hij.

“En er is genoeg plankton in het water, dus honger zal hij niet hebben.”

Samen denken de broertjes na over waarom de walvis verdrietig is.

 

Plots hebben ze een idee:

misschien is de walvis verdrietig omdat ________.

Volgens mij heb je wel gelijk, zegt de kapitein. Hij is trots dat hij zo'n slimme reizigers op zijn boot heeft.

 

Maar hoe lossen we dit probleem op?

Even in de rugzakken kijken.

Wat hebben ze meegenomen om de walvis te redden?

 

Uit zijn rugzak haalt Mauro een _______, papa een ________ en Matisse een _______.

Mama bedenkt ondertussen een reddingsplan.

 

Terwijl de kapitein meeluistert, legt ze iedereen uit wat ze zullen doen.

 

______________________

En zo geschiedde.

Met bange ogen kijken de broertjes of hun plan werkt.

Even blijft de walvis heel stil liggen.

Dan springt hij blij uit het water, wel

3 meter hoog.

 

Met een grote plons komt hij weer in het water terecht.

 

De klap maakt grote golven die de boot heen en weer doen slingeren.

De broertjes moeten zich stevig aan de reling vasthouden om niet over boord te vallen. Maar wat een spektakel!

 

Wanneer de walvis weer onder het water is, blaast hij de lucht weer uit zijn lichaam.

 

Daarvoor gebruikt hij zijn spuitgat - het lijkt wel een fontein!

Het gezinnetje geniet onder de stralende zon van de show die de walvis geeft.

 

Voor ze het weten, horen ze de stem van de kapitein door de grote luidsprekers.

“Hallo beste reizigers, we komen aan in de haven van _______”.

 

Met een grote glimlach kijken de broertjes elkaar aan: nu kan het avontuur écht beginnen!

Mauro en Matisse gaan op avontuur

By Anneleen Ophoff

Mauro en Matisse gaan op avontuur

Mauro en Matisse willen op avontuur. Maar naar waar?

  • 215