Armoede en solidariteit

In deze presentatie kan je navigeren door de slides door naar beneden en naar rechts te klikken,

zie pijltjes in de hoek

 

 

Klik naar beneden 

Klik naar rechts > 

Hoofdstuk 6: Armoede

Klik naar beneden

Armoede

Wat kunnen jullie na deze lessenreeks?

 

Lesdoelen:

- je kan een definitie van armoede geven.

- je kan de begrippen Vierde Wereld, de armoedegrens, structurele armoede en generatiearmoede toelichten.

- je kan verschillende aspecten van armoede geven en oorzaken opsommen.

- je kan 2 strategieën van armoedebeschrijving geven en duiden met voorbeelden.

Armoede

Wat hebben we de vorige les gezien?

 

Een definitie van armoede

De verschillende aspecten van armoede

 

Opdracht Pano reportage: feedback

Uit de Pano reportage blijkt dat armoede zichtbare en minder zichtbare aspecten heeft.

Les 2

Minder zichtbaar: maatschappelijke uitsluiting, schaamte, eenzaamheid, stigmatisering.

Zichtbaar: kledij of huisvesting

De Belgische socioloog en armoedespecialist Jan Vrancken (1944) definieert armoede zo:

 

"Armoede is een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan. Het scheidt de armen van de algemeen aanvaarde leefpatronen van de samenleving. Die kloof kunnen armen niet op eigen kracht overbruggen."

Het klovenmodel

 

Hoe wordt armoede gemeten?

De volgende drie indicatoren worden gebruikt om armoede te meten:

 

  1. armoederisico op basis van het inkomen (financiële armoede)
  2. ernstige materiële deprivatie
  3. gezinnen met een zeer lage arbeidsintensiteit

 

Wie met ten minste één van deze drie risico’s wordt geconfronteerd, is een risicopersoon voor armoede of sociale uitsluiting. Volgens deze Europese indicator loopt 20,7 % van de inwoners in België een risico op armoede of sociale uitsluiting.

Armoederisico op basis van het inkomen

 

De maatstaf die wordt gehanteerd voor het risico op financiële armoede is de grens van 60% van het mediaan netto inkomen (= armoedegrens).

Wanneer het totale netto-inkomen van een huishouden zich onder deze grens situeert, is er sprake van een armoederisico.

 

Voor België is de armoedegrens een inkomen van € 13.377 netto per jaar, ofwel

- € 1.115 netto per maand voor een alleenstaande, of € 28.092 netto per jaar of

- € 2.341 netto per maand voor een huishouden van twee volwassenen en twee kinderen (< 14 jaar).

Armoederisico op basis van het inkomen

 

Op basis van deze maatstaf behoort 15,5 % van de Belgische bevolking aldus tot de groep met een armoederisico. 

 

Welke groepen worden het meest blootgesteld?

  • werklozen (45,9 %),
  • eenoudergezinnen (41,4%),
  • personen met een laag opleidingsniveau (30,7%),
  • huurders (36,2%),
  • 18- tot 24-jarigen (20,8 %)

Generatiearmoede en nieuwe armoede,

een vicieuze cirkel

 

Armoedeweb

 

wat is armoede? het klovenmodel

 (Bart Demyttenaere) 

 

hoe verklaar je armoede? (Jan Vranken)

Ligt de oorzaak van armoede bij de persoon of bij de maatschappij?

wordt de armoede veroorzaakt door schuld of door een ongeval?

 

Keuze: luister naar de het interview met Noel Slangen

OF

lees de getuigenis van Celia Ledoux


Pas toe waar mogelijk:

- het klovenmodel (gevoelskloof, kenniskloof, vaardigheidskloof, positieve krachtenkloof, structurele kloof)

- verklaring 'schuld of ongeval', 'individueel of maatschappij'

Opdracht

strategieën voor armoedebestrijding met voorbeelden verduidelijken.

  • – soorten strategieën:

  •  

  • − op initiatief van particulieren, verenigingen, overheid

  • − op korte of lange termijn

  • − caritatief of structureel

  • − voor individuen of voor groepen

  •  

  • – voorbeelden:

  •  

  • − coöperatieven

  • − Poverello en gelijkaardige initiatieven

  • − sociale zekerheid

  • − sociale bijstand

  • − onderwijs / basiseducatie

  • − …

ter afsluiting: oplossingen

-> Link met Solidariteit

Armoede en solidariteit les 2

By Arnout Vos

Armoede en solidariteit les 2

Sint Victor 4D HW

  • 752